Onderweg naar de jungle

21 december 2014 - Pucallpa, Peru

Dankzij mijn Italiaanse vrienden kom ik ziek uit de nachtbus van Huaraz aan in Lima om half 6 's ochtends. Op het busstation neem ik afscheid van ze en deel ik met 2 Nederlandse meisjes een taxi, zij vragen mij de taxichauffeur uit te leggen dat we naar 2 verschillende hostels willen en of het goedkoper is om de taxi te delen. Zij spreken namelijk geen Spaans. Doordat ik me ellendig voel en gewoon naar bed wil vergeet ik dat ik eigenlijk ook geen Spaans spreek en op een of andere manier leg ik met de hulp van een kaart binnen een minuut uit wat de bedoeling is en spreek ik een prijs met hem af. Pas later in de taxi word ik me hier bewust van en ben ik ondanks dat ik me ellendig voel best wel een beetje trots op mezelf. 3 weken geleden was ik degene die anderen dit soort dingen liet regelen. De taxi zet mij af bij mijn hostel en ik wens de meisjes veel plezier tijdens de rest van hun reis. Bij de voordeur vind ik een bel en na een halve minuut hoor ik een eeeeeh, de deur ontgrendeld en ik kan naar binnen. Ik sjouw mezelf met mijn 2 rugtassen een trap op en vind de receptie waar ik mijn tassen op de grond laat zakken. Als ik het meisje achter de balie om een bed vraag ze dat er geen bedden zijn opgemaakt en dat ik om 1 uur in kan checken, het is bijna half 7. Nee zeg ik, er is vast wel ergens een bed klaar, ik ben ziek, ik wil slapen, ik betaal desnoods een nacht extra. Ok, ik heb wel een gemengde kamer van 8 waar plek is,  maar daar liggen nu alleen jongens. Ik leg haar uit dat het me nog niets zou kunnen schelen of er olifanten liggen te tukken, ik wil gewoon slapen. Daar moet ze even om lachen en ze geeft me een formulier om in te vullen, ze bekijkt me nog eens goed en zegt dat ik het deel over hoe ik het hostel gevonden heb etc. niet hoef in te vullen, dat is niet zo belangrijk. Nog steeds lichtelijk geïrriteerd maar dankbaar volg ik haar naar de kamer en wijst ze me 3 bedden die klaar zijn, waar ik uit mag kiezen. 3(!) opgemaakte bedden, net was er nog niet een bed klaar... Mijn irritatie is weer op pijl. Ze wijst me een kast waar ik mijn spullen in kan opsluiten. Ik bedank haar en ze gaat weg. Er liggen inderdaad 4 jongens te slapen. Een met zijn backpack in zijn bed naast hem merk ik verbaasd op. De kasten zijn groot genoeg om 2 tassen in op te bergen maargoed, ieder zijn ding. Ik wil ze niet wakker maken, dus leg ik mijn spullen in een hoek en ga slapen. Elke paar uur word ik wakker voor een bezoekje aan de wc. Aan het eind van de dag besluit ik mezelf naar de douche te slepen en wat boodschappen te gaan doen die ik nodig heb voor in de jungle. Als ik buiten ben, besluit ik ook maar wat te eten te gaan halen, ik koop snel wat ik nodig heb en vind een klein restaurantje, waar ik een sandwich bestel. Met mijn boodschappen en de sandwich loop ik een uur later weer het hostel in. Ik eet gauw, heb er meteen spijt van en ga weer naar bed. Een van mijn kamergenoten, komt een uur later binnen als ik net op mijn tablet kijk hoe laat het is. 7 uur. Hij vraagt me hoe het met me gaat, want ik moet wel een hele grote kater hebben als ik de hele dag al in bed lig. Nadat ik hem uitgelegd had dat ik ziek was en waardoor dat kwam, was hij blij zeker te weten dat hij hier geen kraanwater kan drinken. De volgende ochtend voel ik me nog steeds beroerd en besluit ik niet met de 18 uur durende busreis naar het opvangcentrum te gaan. Ik boek bij het reisbureau in het hostel een veel te dure enkele vlucht, een uur later zit ik in een taxi naar het vliegveld. Als ik na een uur vliegen aankom in Pucallpa pak ik mijn briefje met instructies. 1. Neem een motortaxi naar Maria, zij verhuurt goedkope, simpele kamers. Ik loop naar buiten en ik zie overal motortaxi's, een man loopt naar me toe en vraagt of ik een taxi nodig heb. Mooi, denk ik, dat scheelt in keuzestres. Ik leg mijn rugtassen op het bankje naast me. De motortaxi's zien er aan de voorkant uit als een motor en de achterkant is een overdekt bankje op 2 wielen. Het dakje strekt zich uit naar voren zodat de bestuurder ook droog zit.  Veel zijn vrolijk versiert met looney tunes figuren. Maria is de oude buurvrouw van Olivia en Douwe, zij zijn de eigenaars van het opvangcentrum  waar ik heen ga. In de routebeschrijving stond dat ik daar kon slapen. Ik had niet de kans gehad haar te laten weten dat ik kwam dus ze was een beetje verbaasd en liet iemand gauw wat zooi uit een kamer halen zodat ik daar kon slapen. Maria heeft beneden een internetcafé. Ik ga achter een lege computer zitten nadat ik mijn spullen heb weggelegd. Er zitten een aantal jongens van een jaar of 15 achter de andere computers ze kijken niet op of om van mijn aanwezigheid, wat me een beetje verbaasd want de halve stad keek om wanneer ze me langs zagen komen. 

Ik stuur de laatste berichtjes en emails, schrijf een paar blogs en zet de laatste foto's online. Ik weet immers niet wanneer ik weer Internet zal hebben. De volgende ochtend stortregent het. De straten staan blank, Maria haast zich met een paraplu naar buiten om wat brood voor me te kopen. Zoet, niksig brood, wat vooral uit lucht bestaat, het enige wat ze heeft om er op te smeren is boter met zeepsmaak. Gelukkig smaakt de thee wel goed. Ondertussen zet ze haar dochtertje van een jaar of 7 een bord met rijst, yucca en kip voor. Goed bedoeld dat brood, maar verdorie wat ziet dat er lekker uit. Het blijft regenen en Maria verteld me doodkalm dat ik niet kan vertrekken als het regent. Waarom niet? Vraag ik. Zijn de wegen onbegaanbaar misschien? Het regent, zegt ze stellig, je kunt niet gaan als het regent. Je kunt morgen gaan, zegt ze. Nee hè, ik wil nu weg. Ik ga hier niet een dag uit mijn neus zitten eten! ondertussen rijden de motortaxi's gewoon dapper door. Om een uur of tien krijg ik het op mijn heupen, als ik het nog wil halen vandaag moet ik nu gaan, met die regen zal ik wel veel vertraging hebben. Ik kijk op mijn briefje: 2. Koop poncho en rubber laarzen en ga naar het taxibedrijf. Ik sta op en vraag Maria of ik echt niet kan gaan, ze zucht, kijkt me aan of ik niet goed bij mijn hoofd ben en roept iemand om me weg te brengen. Ik sjouw mijn spullen door de regen naar de taxi, Maria roept dat ik een jas aan moet doen anders wordt ik ziek. Ik krijg een stuk plastic om op mijn schoot te leggen zodat ik een beetje droog blijf, de bestuurder doet hetzelfde en daar gaan we. Na enkele minuten staat het water zo hoog dat ik natte schoenen krijg. Met moeite krijgt de bestuurder met een paar keer uitstappen, waarbij hij tot zijn knieën in het water komt te staan, het voor elkaar mij redelijk droog bij het taxibedrijf af te zetten. Als ik daar binnen mijn grote rugtas achterlaat om even laarzen en een poncho te kopen sta ik tot mijn enkels in het water. Het hele gebouw staat blank. Ik neem mijn rugzak met belangrijke spullen mee en stap in een andere motortaxi die me mee neemt naar een winkeltje waar ik beide dingen kan kopen. Gauw terug naar de taxi.  Daar moet ik uiteindelijk nog een uur wachten voor ze genoeg mensen hebben om de bus vol te krijgen. In de tussentijd proberen 5 mensen met bezems het water naar buiten te vegen, als na 25 minuten het gebouw weer normaal begaanbaar is beginnen 2 mannen spullen op het dak van de bus te laden, grote trossen bananen, zakken met eten, mijn rugtas en wat dozen. Vervolgens gaat daar een zeil overheen en we kunnen gaan. Het regent nog net zo hard als die ochtend. Na ongeveer een uur stoppen we.  Er zit een bus en een vrachtwagentje vast midden op de weg in ruim een halve meter water. Een paar grote voertuigen rijden achteruit het water in om ze eruit te trekken. Een man loopt tot bija zijn kont in het water om een touw vast te knopen aan de bus en de trekker. Als de bus bijna op het droge is breekt het touw en glijdt hij een stuk terug. Bij de 2e poging gaat het goed. Het vrachtwagentje heeft ook 2 keer nodig aangezien hij na de eerste keer bijna omvalt en de chauffeur er gauw uit moet springen. In de tussentijd heeft onze chauffeur goed gekeken waar de gaten zitten en hij rijdt er zonder problemen doorheen. Als we weer veilig onderweg zijn, kijk ik nogmaals op mijn briefje: 3. Vraag om afgezet te worden bij Puerto de Bigote en steek daar de rivier over. Ik weet niet waar dat is dus ik vraag het maar vast aan de bestuurder. Eenmaal aangekomen in Curimana, de dichtstbijzijnde plek met internet, wordt ik als hij alle anderen heeft afgezet naar de poort gebracht. De pont ligt klaar en ik glibber de oever af. Met die grote rugtas is het erg moeilijk om in balans te blijven dus tot groot vermaak van de mensen die al op de pont zitten glijd ik uit in de modder. Denk maar niet dat ze me te hulp schieten, veel te leuk om mij te zien stuntelen. Mijn broek, nieuwe allstars en rugtassen zitten vol met rode modder en terwijl ik een sola uitzoek voor de bestuurder van de pont vraag ik me af of ik mijn broek nog schoon zal krijgen. Aan de andere kant wordt ik met 6 andere passagiers in een pickup gepropt. Ik zit met mijn linkerbil op de handrem en met mijn rechter op de bijrijdersstoel, een mager rimpelig mannetje zit aan de rechterkant tussen mijn kont en de deur in geperst. Op de achterbank zitten 4 mensen gepropt en in de acherbak ook nog 5 mensen. Gelukkig voor hen is het droog. Een uur en behoorlijk wat kramp later ben ik eindelijk bij don cesars huis waar ik de rivier weer over moet steken. Terwijl zijn vrouw probeert een kano te regelen die me naar de overkant kan brengen zien ze Douwe aankomen aan de overkant van de rivier. Hij hoort ons pas roepen als hij de motor uitzet en hem net uit de boot aan het tillen is. Hij plaatst de motor terug in de boot en Kayla zijn 10 jaar oude dochter springt ook weer terug. Ik glibber weer de oever af en kan dit keer net rechtop blijven staan. Eenmaal aan de overkant is het nog ongeveer 5 minuten lopen naar het huis. Daar zijn ze nogal verbaasd dat ik het gehaald heb met al die regen. Ik krijg een korte rondleiding en ga na het eten uitgeput naar bed. Ik voel me nog steeds niet helemaal goed, maar vond het al met al best een vermakelijke reis, met alle obstakels. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Marjan:
    21 december 2014
    Eindelijk weer een verhaal. Leuk! Wat een belevenissen weer.
  2. Renate:
    21 december 2014
    Sjee, wat een spannend verhaal. Fijn weer iets van je te horen, ook leuk geschreven.
    We zijn alweer benieuwd naar je volgende verhaal.
    Liefs!