Knollenavontuur

26 februari 2015 - Villarrica, Chili

Nadat ik samen met andere vrijwilliger Angus(21 Australië) voor de 2e keer vandaag de paarden en dit keer ook de schapen terug het weiland in heb gejaagd, vinden we het gat dat ze in het hek hebben gemaakt. We knutselen het weer een beetje dicht in de hoop dat ze de rest van de dag braaf binnen blijven tot iemand het fatsoenlijk gerepareerd heeft. Ongeveer een uur later ga ik met Angus, José(14) en Rodrigo(21), 2 neefjes van Hugo, een man die hier woont en werkt, 4 paarden vangen voor een buitenrit.

Gewapend met een grote zak appelschillen en halsters lopen we het weiland in. De paarden komen met z'n 11en aangestormd en we moeten oppassen niet een van de klappen te ontvangen die ze aan elkaar uitdelen. Hoe gulzig ze ook zijn ze hebben niet heel veel zin om mee te gaan. Van de 6 paarden die bereden kunnen worden zijn er precies 4 die zich met wat moeite laten vangen.

Terwijl we de paarden borstelen en hier en daar wat blauwe desinfecterende spray op open wonden spuiten hebben de andere paarden het hek alweer opengewerkt. Dan maar een ander weiland.

Eenmaal opgezadeld gaan we op pad, de jongens vinden helmen niet erg belangrijk, maar ik neem ze niet mee zonder, dat is er thuis wel ingestampt, altijd een helm op je weet maar nooit. We moeten een stukje over de onverharde weg en gaan dan bij een van de buren het erf op. We bedanken hen en komen bij obstakel nummer 1. Een opgedroogd stroompje, doodeng, met het dapperste paard voorop konden we  verder. Nog geen 20 meter verder arriveren we bij obstakel 2, een bruggetje van houten planken met daaroverheen zand, hoogstens een halve meter lang, ze zouden er met hun lange benen gemakkelijk over heen kunnen stappen. Geen discussie over mogelijk, daar gaan de dames en heren toch echt niet overheen. Rustig stap ik af, loop voor mijn paard uit over het bruggetje en zonder verder gezeur lopen ze allemaal rustig achter me aan.

Ik blijf maar even op de grond omdat er een hek open moet. Als het hek weer dicht zit en ik weer op mijn paard zit kunnen we  verder door een groot weiland naar het volgende obstakel. We lopen door het weiland , Angus voorop, de jongens daar achteraan en ik ver achterop. Mijn paard gedraagt zich als een 2 jarig kind, ze loopt zigzaggend heen en weer van het ene interessante dingetje naar het andere. Voornamelijk poep en bramenstruiken. Andermanse poep is natuurlijk bere interessant en ik kan me ook níets leukers voorstellen dan door bramenstruikjes heen te banjeren. Eindelijk haal ik de jongens in met deze mafketel onder mijn kont en kom ik erachter dat ze niet op mij wachten maar dat hun paarden weer niet verder willen. Het probleem betreft een nog veel enger bruggetje dan het vorige. De neefjes van Hugo krijgen met veel overtuigingskracht hun paarden naar de overkant, mijn paard springt er met een rare sprong overheen, waardoor ik bijna val. Het paard van Angus wil echt niet, dus stap ik af en neem mijn paard aan de hand mee terug, om vallen te voorkomen. Ze springt er weer overheen en samen lopen we opnieuw voor Angus en zijn paard uit over het bruggetje. Zijn paard Is nog steeds niet overtuigd dus geef ik mijn paard aan een van de jongens en loop terug om de bangerik aan de hand over het bruggetje te helpen. Eindelijk succes en we kunnen verder.

Even verderop zie ik in hetzelfde weiland een stel paarden staan en hoop dat ze niet naar ons toe zullen komen, de 3 jongens hebben nauwelijks ervaring en paarden maken niet altijd even vriendelijk kennis. Gelukkig kijken ze van een afstand naar de indringers in hun weiland en kunnen we rustig verder. We stoppen om bramen te eten en de paarden snoepen gezellig mee. Ze nemen een hele bramen tak in hun mond en eten deze met bramen en doorns en al op. Als we allemaal paarse handen en mond hebben lopen we verder en komen bij een stroompje, ergens verwacht ik dat de paarden er niet over zullen denken om erin te gaan. Tot mijn verbazing twijfelen ze geen seconde en proppen ze zich met zijn viertjes in het kleine stukje waar we erin kunnen en spetteren ze vrolijk met neus en voeten. Ze spetteren zichzelf elkaar en ons nat, lekker verkoelend in het warme weer hier.

We moeten dezelfde weg terug en snoepen nog wat bramen. Vlak na de bramen struiken roep ik gauw dat iedereen moet stoppen. Een eind verderop zie dat de paarden ons tegemoet komen lopen. 3 paarden, ze lopen heel rustig langs ons heen, onze paarden zijn ietwat nerveus maar raken pas in paniek als nummer 4 eraan gerend komt. Een kleine zwartwit bonte pony die blijkbaar niet in de gaten had dat de rest aan de wandel was gegaan. Hij rent hard op ons af, onze paarden die blijkbaar nog nooit een pony hebben gezien, laat staan een bonte denken dat de duivel achter ze aan zit. Ze springen heen en weer terwijl wij ze lachend in bedwang proberen te houden, maar wanneer de kleine duivel te dichtbij komt ontploffen ze van angst, maken een rechtsomkeert en gaan er met rare sprongen vandoor terwijl ze zo nu en dan omkijken naar de pony. De neefjes van Hugo vallen allebei van hun paard en hun paarden zetten het samen op een lopen richting huis. Het zijn 2 ruinen (gecastreerde hengsten) die alles samen doen en onafscheidelijk zijn. Onze paarden zijn weer enigszins voor rede vatbaar en ik vraag Angus bij de jongens te blijven terwijl ik achter de andere 2 paarden aanga. Terwijl ik omkijk zie ik de 3 paarden en de enge pony bezorgd naar Rodrigo lopen die nog op de grond zit.

Ik probeer mijn paard die nu weer in paniek is, rustig te houden terwijl we de weglopers zoeken,  pas als ze ze ziet kalmeert ze. Ik stap af en probeer hun tegels te pakken. Voor ik het derde paard vast heb hoor ik een paard hinniken en rukt mijn paard zich los en gaat er met het andere paard vandoor. Ik heb een van de weglopers nog vast, hij stuitert letterlijk in rondjes om me heen, intussen zie ik de 3 jongens en het 4e paard aankomen, Rodrigo loopt een beetje mank. Ik probeer rustig richting de 2 paarden te lopen die het hinnikende paard hebben gevonden aan de andere kant van het hek. De jongens zijn er ondertussen ook. We vangen alle paarden en het jongere neefje José laat me lachend de grote schaafwond op Rodrigos rug zien. We helpen Rodrigo terug op zijn paard met zijn verstuikte enkel en gaan terug over het allerengste bruggetje. Gelukkig kan iedereen nog hard lachen om de paarden die doodsbang waren van een pony die half zo groot was als zijzelf. Thuis aangekomen zadelen we de paarden af en zetten ze terug bij de rest. Rodrigo laat iedereen trots zijn wonden zien en José verteld bijna huilend van het lachen het verhaal over de pony, hij heeft zich geen zeer gedaan en vraagt: 'Gaan we morgen weer?'

4 Reacties

  1. Marjan:
    26 februari 2015
    En? Ben je de volgende dag weer gegaan? Kleine bonte pony's moeten verboden worden!
  2. Renate:
    26 februari 2015
    Sjee, wat klinkt dat eng. Maar als jullie nog kunnen lachen zal het wel meevallen. Misschien lasso's meenemen??
  3. Reinout:
    28 februari 2015
    Wat weer een heerlijk verhaal!
    Ik geniet elke keer dat er weer een aflevering is.
  4. Reinout:
    28 februari 2015
    Wat een heerlijk verhaal. Ik geniet elke keer, dat er weer een aflevering komt.
    Liefs,
    Opa